Vasco Núñez de Balboa
Blijf op de hoogte en volg Frans
11 November 2017 | Panama, Portobelo
Het waren extreem flinke kerels die het overleefden en een groot aantal kwam uit de Extremadura in ZW Spanje waar zij al gehard waren door rauwe leefomstandigheden in gloeiend hete zomers en koude winters. Enfin, op hun kleine nauwelijks zeewaardige schepen dreven ze vanaf Hispaniola met de NO-passaat als vanzelf de knie in die de Caraïbische zee vormt tussen het huidige Colombia en Panamá.
Een van die stoere bonken, Vázquez Núñez Balboa, gelukzoeker uit Badajoz, trok in 1500, 25 jaar oud, langs deze kust, roofde een aardig vermogen bijeen, en vestigde zich op Hispaniola als plantage-houder. Ging helaas enkele jaren later failliet en vluchtte als verstekeling, met zijn hond, in een ton, weer richting ZW. Hij moet mateloos populair geweest zijn bij zijn kornuiten want in no time was hij burgemeester van Santa Maria de la Antigua, de eerste Spaanse (hoofd)stad op het vasteland, die hij stichtte. Even later lukte het hem zijn directe baas te laten veroordelen en zijn bezit te confiskeren en hem naar Spanje terug te sturen. Dat leverde hem aardig wat centen op, ongetwijfeld, maar verstandig was het niet, want die baas ging natuurlijk klagen bij de koning. We zullen later zien dat dat hem zijn kop zou kosten.
Dit Santa Maria de la Antigua lag in de Darién, in het verre, tot op heden bijna ontoegankelijke NW van het huidige Colombia. Lag, want in 1521 verkaste de gehele bevolking naar Panamá Viejo, de nieuwe hoofdstad, en is het platgebrand. De restanten zijn onvindbaar en overwoekerd door de jungle.
Vanuit Santa Maria ging Balboa meerdere malen met de zegen van zijn koning Ferdinand II eufemistisch gezien op ontdekkingsreis, maar in werkelijkheid op rooftocht uit. Dus trok hij langs de kust en de ondoordringbare jungle in, over bergen en door diepe moerassen met miljarden venijnige muskieten en insekten, en overal. Ijandige agressieve stammen. Zijn geduchtste wapen was een roedel Spaanse vechthonden, en achter iedere boom kon een indiaan schuilen met giftige pijlen. Na een viertal stammen na heftige gevechten verslagen te hebben, en soms tot bondgenoot gemaakt om de volgende stam te bevechten, zag hij als eerste Europeaan in 1513 van een bergtop in de verte de stille oceaan. Vijf dagen later, na nog een gevecht met een tussenliggende indianenstam, bereikte hij op 29 september het strand. Romantische plaatjes tonen hoe hij staande in de oceaan deze in bezit neemt voor zijn koning, met opgeheven zwaard en in volledig harnas, Dat klopt natuurlijk niet, hij liep allang in iets luchtigs want hij had het anders niet overleefd. Niet voor niets beschrijft Fernandez de Oviedo hoe Spaanse grandes, volgens hun stand correct in brokaat en zijde gekleed, in de Darien binnen 6 maanden aan de gele koorts, malaria en honger onherroepelijk stierven. De ontberingen waren groot, ziektes en verwondingen zo goed als ongeneeslijk en de overlevingskansen klein.
Met enkele kano’s verkende hij toen de kust en eilanden die nu Islas de Perlas heten en kwam beladen met buit aan de caraibische kant terug.
Ondertussen had zijn vorige baas met succes aan het hof geklaagd en stuurde Ferdinand een nieuwe machthebber, ervan overtuigd dat Balboa er een zoodje van maakte. Deze persoon, een zekere Pedrarias, later om zijn wreedheid bekend, moest, daar aangekomen, tandenknarsend toekijken hoe de populaire Balboa succes had. En toen Pedraria hem maar bleef dwarsliggen, organiseerde Balboa een eigen expeditie, achter Pedrarias’ rug om. Dat kwam aan t daglicht en onze vriend verdween in het cachot. Voor korte tijd evenwel, want Balboa’s prestige aan het Spaanse hof was intussen enorm, immers een-vijfde van de buit van goud en parels die wetmatig aan de Spaanse koning werd overgedragen -de rest mocht je zelf houden - maakte indruk, maar ook de enormiteit van de ontdekking van de Zuidzee. En zo werd Balboa op last van Ferdinand niet alleen vrijgelaten, maar zelfs bevorderd.
Vast met grote tegenzin gaf Pedrarias op aandringen van de bisschop zijn jongste dochter Maria, die nog in Spanje verbleef, aan Balboa als vrouw, en gaf toestemming voor verdere verkenning van de Zuidzee. Met een stel timmerlui en vele slaven sleepte hij materiaal voor enkele bootjes door de jungle over de bergen naar de andere kant en verkende het gebied en de Pareleilanden verder.
Onze vriend was ondernemend en wellicht een onmogelijk, eigenzinnig figuur. In ieder geval, maakte hij bij zijn superieuren geen vrienden, want, ondanks de schoonvaderlijke relatie, aarzelde Pedrarias niet om Balboa’s activiteiten en vestiging aan de stille Zuidzee tot opstand en landverraad te bestempelen. En op de terugreis naar schoonpapa werd hij bij Acla gevangen genomen door Francesco Pizarro, - inderdaad, hij was er al - meteen berecht en zonder pardon met 4 kornuiten in 1519 onthoofd. Schoonpapa keek verborgen achter een kamerscherm toe.
Zo eindigde het leven van een van de kleurrijkste, ondernemendste en vast wel door zijn ondergeschikten zeer gewaardeerde grensverleggende persoon. Zijn lijk verdween spoorloos, maar zijn faam en naam is bewaard in de munt, de havenstad en de belangrijkste onderscheiding die het land kent.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley