Real de Catorce
Blijf op de hoogte en volg Frans
10 Maart 2019 | Mexico, Real de Catorce
Aan de andere kant, op de parkeerplaats, vraag ik maar aan venter die er voldoende lokaal uitziet of er een hotel is. En zo beland ik in Plaza Ogarrio, en weidse naam voor een droom voor alle doe het zelvers. Helemaal zelf in elkaar geknutseld. De helft van de kamers heeft nog geen dak en ergens in een hoek staat een stapel zelfgemaakte bedden geduldig te wachten. Om 8 uur in de ochtend begint een ploegje mannen te metselen en te zagen, niet al te enthousiast want met regelmaat zitten ze in de schaduw uit te blazen. Het zal nog even duren.
Het is een spookstad die verlaten werd in de tweede helft van de 19e eeuw na een kortstondige bloei, maar die nu herleeft door toerisme. Hippies komen er graag, want Peyote groeit in dit gebied en daarin zit mescaline en daar wordt je high van. De Huicholes, een volk dat ergens in de uitgestrekte wildernis woont, kan dat en mogen dat ook: zij hebben dispensatie van de overheid deze gevaarlijke drug te mogen maken en gebruiken, uiteraard voor religieuze toepassingen. De Peyote is een soort cactus, ongeveer 20 cm in doorsnee, met een vierdelig rozet vlak boven de grond en een kleine roze bloem in t midden. En met een even dikke wortel die een voet de grond ingaat.
Verder zijn er veel verlaten mijnen, en maak dus een wandeling door t gebergte naar de Mina Padre Flores en de Mina de los Barones. Er staan nog wat muren overeind van wat een gebouw was. Het is deels overdekt met in de wind naargeestig klapperende golfplaten, en doet nu dienst als veestal en ligt vol met koeieflatsen. Met een zaklamp loop ik de mijn in zover als t gaat. Een streepje kwarts in het plafond dat misschien t restant is van de ertsader, en verder niets. Het avontuur van het zoeken is spannender dan het vinden, zoals met zoveel zaken.
Ook hier in t dorp de vervallen enorme kerk tegenover het al even noodzakelijke Casa de la Moneda. Gerestaureerd en een aardig museum, met een gids Manuel, die precies uitlegt waar vroeger het erts werd verwerkt, met kwik, in de gebruikelijke retorten tot zilver baren. De kluizen waar t metaal lag opgeslagen zijn er nog.
De terugweg voert langs nog één oude mijn, de Santa Anna. Onlangs, in 1991, stilgelegd, is nog een deel van de machinerieën te bekijken: molens om t erts te breken, zeefinstallaties en flotatie cellen. En hier dus weer een stevige muur om t geheel met dit keer een wachttoren in t midden: niet om de vijand te zien naderen, maar om in ver vervlogen tijden te voorkomen dat de arbeiders ongezien de benen proberen te nemen. Zo ging dat in die tijd.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley