Camino del muerte
Blijf op de hoogte en volg Frans
26 Mei 2015 | Bolivia, Coroico
Het klinkt erger dan het is. Maar toch, de foto's, de benaming, van te voren boezemt dit ondernemen wel ontzag in. Alleen maar gespierde in strakke pakken gehulde jongelui, stoere gympen; in den gemoede, is dit wel iets voor voor een gezette zestiger. De fraaie juffrouw achter het bureau vindt van wel, en in de jeugd stellen wij ons vertrouwen, niet waar?
Het is wel ongemak, want om half acht wordt je opgehaald, dus sta je te wachten. Het eerste teken van leven verschijnt om acht uur, dan volgt een rondrit door de stad; overal en nergens worden deelnemers opgehaald, allemaal eveneens om half acht besteld. Desondanks, de humeuren zijn goed, ook als er paniek uitbreekt omdat er 11 plaatsen in de bus zijn en twaalf klanten. Ons kent ons onder de organisatoren, en dus wordt de overtollige figuur in n taxi gedouwd en eindigt hij ergens anders in een bus met een plek vrij.
Boven op de pas krijg je de gevechtsuitrusting uitgedeeld. Knie en elleboog beschermers en zowaar een helm, een fraai uniform, handschoenen en een heuse mountainbike, met veren en schokbrekers waar je t maar kan bedenken. Zacht deinend, boven op de Cumbre, de bergpas die toegang geeft tot NO Bolivia, op 4700 meter hoogte. Oneindig ver kijk je over de bergtoppen uit; in de verte, nog onzichtbaar, ligt de Amazone, die machtige rivier.
Het doel is Yolosa, vlak bij Coroico, een 3500 meter lager gelegen dorp. De eerste 30 km gaat over de hoofdweg. De vrachtauto's doen hun best sneller te gaan dan de fietsers; bussen winnen wel. Telkens weer zit je in de gore dieseldampen, maar een kniesoor die daar op let. Het is enigszins bewolkt, we treffen het niet want normaal is het stralend weer. Het uitzicht is daarom wat wazig. Na dertig kilometer gaan de fietsen weer op het dak van de volgauto en volgt een klein stuk bergop waarna het echte werk begint: de 40 km oude onverharde weg. Aan het begin nog even een lunch. Onze Israëlische medereizigers, net afgezwaaid uit het leger en dus superfit, morren een beetje over de ham en kaas sandwiches. Een van hen wil zelfs geld terug want was het niet beloofd - geen varkensvlees? Onze zesde metgezel, een Mexicaanse kok van een jaar of vijfentwintig schudt het hoofd.
Op de bergweg moet iedereen links houden. Zo nu en dan komt er een bus of vrachtauto helling op. Met een rotgang dalen we af; met regelmaat groepen inhalend, meestal jonge vrouwen, die angstig in de remmen blijven knijpen. Dan schiet het niet op. Na een uur gaat het regenen, en niet zo’n beetje. Het water gutst langs rug en dringt door de regenkleding tot op de huid. Soms even stoppen om toch het uitzicht te bewonderen. Regenwoud alom en continue een diepe afgrond aan de linkerkant. Soms een bergbeek over de weg of onder een waterval door. Als we om half twee , na drie en een half uur beneden zijn, is er een record gevestigd. Moeilijk of gevaarlijk was het eigenlijk niet: het grootste deel kon makkelijk met één hand aan het stuur en een vinger in de neus gedaan worden, echt waar. Je moet wel erg sukkelig doen om het ravijn in te rijden of tegen een bus op te knallen.
Een dertigtal fietsers schuilt onder het afdak bij de bar. Voor de prijs van een goed glas wijn krijg je hier tot mijn verbazing een hele fles, en binnen no time is het gezellig met onze Israëlische en Mexicaanse vrienden.
De hele meute wordt verplaatst naar Santa Barbara, hotel de la Puente, waar een uitstekend buffet wacht. De Peruanen vertellen graag over hun kookkunsten, maar de Bolivianen doen het zwijgend beter, lijkt mij. Mijn Mexicaanse vriend is het geheel eens.
Als iedereen verdwenen is en de rust is weergekeerd, is het tijd te zwemmen in een van de twee baden, in een werkelijk adembenemend tuin.
Om zeven uur is het aanschuiven bij Frank uit Engeland die met zijn vriend Elliott uit la Paz een biertje nuttigt. Hij werkt voor AFL, Alcoa Fujikura Ltd. Ergens in de bijgebouwen, op een enorme slaapzaal zit zijn groep van 40 Peruanen waarmee zij glasvezel rond de nulphase van de hoogspanningskabel wikkelen. Die 40 Peruanen hakken het spoor naar de pylonen die her en der in de jungle op bergtoppen staan en dragen de winkelaar, een machientje met een rol kabel; het draait op accu's, en rolt al rondwentelend over de nulphase van de ene naar de volgende pyloon. Die lui klimmen omhoog, met de winkelaar op hun rug, en dat terwijl de spanning gewoon op de draden blijft.
Deze avond ben ik incommunicado; de volgende keer, dankzij Frank en zijn ploeg, gaat de WiFi via zijn glasvezelkabel. Als Frank uitgepraat is, is het acht uur, en moeten wij zonder eten gaan slapen: de keuken is dicht, want de kok is al naar bed.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley