Het goud van Zaruma
Blijf op de hoogte en volg Frans
27 Februari 2015 | Ecuador, Zaruma
Enfin, in Zaruma dus de mijnen in. Dit stadje, gesticht door de Conquistadores ergens in 1540 of zo, is ook bekend om zijn goed bewaard stadsbeeld, bestaand uit een verzameling houten huizen, die er mooi oud en karakteristiek uitzien, doch wel effe geschilderd zouden mogen worden. En er is een goede kroeg, Tango Bar waar George, Gustavo en Romero hun Jägermeister, jekkerdejek!!, nuttigen en mij onderhouden. Handige jongens, jaren geleden in de USA getrouwd, een kind verwekt bij een Amerikaanse en dus nu in het bezit van een USA paspoort, naast hun Ecuadoriaanse. Slim hoor.
Bij de Zarumaanse VVV, waar boven zich het Museo Municipal bevindt, met voornamelijk een verzameling oude typemachines, telefoons en een computer uit het jaar 0, zwaait Melba Cabrera Marqués, wat een prachtige naam, net een gedicht, ook al ziet ze er met haar wat teveel aan kilo’s niet zo uit, de scepter, en loopt ook Danilo Castillo, die daartoe aldus bevraagd, mij morgen de mijn zal laten zien. Je bent per slot van rekening niet voor niet ingenerio de Minas.
Dus om 8 uur klaar staan, voor de taxi. Nou, die meid komt natuurlijk een kwartier te laat. Wel mooie meid, moest voor papa zorgen, dus vandaar. Het wordt een lange rit, over een zandweg, langzaam, regelmatig in de vier-wiel aandrijving. Overal mijnbouw activiteit. Gangen de berg in, crushers en molens. Na een uur bij een ijzeren poort. Er komt een beer van een vent uit, een soort Clint Eastwood, met een enorm levensecht geweer en een kogelvrij vest met een Israëlisch embleem, duidelijk zonder ook maar enig gevoel voor humor. No Joke, I tell you. Paspoort inleveren en naar binnen.
De toegang tot de mijn is een horizontale steengang, 1,5 km lang. Twee meter breed met een spoortje en veel water. Een loc op perslucht brengt de mijnwagens naar binnen, maar verder is het duwen met mankracht. Er werken totaal een man of vijftig in drie diensten. Het goud zit in kwartsaders van zo’n 20 cm dik, helling ongeveer 45°. Run of mine bevat ongeveer 2 gram Au per ton en 0,2% Cu.
Het is natuurlijk warm, vochtig, veel water. De stope is een meter of vijftien boven de galerij, te bereiken door langs touwen mijn dik lijf omhoog te hijsen. Een man of vijf sloven zich hier uit voor een dollar of 30 per dag, om het erts te boren, schieten en met schep omlaag te werken in de mijnwagens, en die vervolgens met de hand verder te duwen.
Als ik weer buiten kom, ben ik drijf, vuil en moe. Hier komen dus al die gouden medailles waar iedereen om juicht vandaan, t is maar dat jullie t weten.
-
04 Maart 2015 - 16:54
Atti Noordhof:
Ik vind het steeds weer ongelooflijk wat je allemaal uitspookt, Frans. Nu weer een mijn in. Ik hoop, eruit met in je handen restjes modder met...goud.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley