De Noordkust; Adobe complexen in de woestijn.
Blijf op de hoogte en volg Frans
05 April 2015 | Peru, Casma
De noordelijke kuststrook van Peru, ongeveer 1000 km lang, is uniek. Over een afstand van ongeveer 50 km stijg je van zeeniveau tot de 4000 meter hoge toppen van de Cordillera Negra. Stel je voor: je begint met je fietsje bij Katwijk en trappen, trappen, trappen.....en bij Utrecht, na wat slingers tussen Alphen aan de Rijn en Woerden, ben je 4 km hoog!
De oceaan is redelijk koud door de Humboldt stroom, de zon staat loodrecht boven je hoofd. De combinatie van dit al zorgt ervoor dat het langs de kust, ondanks de constante westelijke winden, bijna nooit regent. Het is er heet en kurkdroog, een woestenij net als Arabia Felix.
Maar tegen de hellingen van de Cordillera, zo’n 20 kilometer landinwaarts, daar regent het, zeker in deze tijd van het jaar, dagelijks heftig. Bergrivieren stromen om de 50 km naar de oceaan en voorzien de kustvlakte door een millennia-oud irrigatiestelsel van water voor de enorme uitgestrekte velden met suikerriet, mango, maracuya, groene asperges, maïs, avocado, en wat al niet. Daar vind je stoffige, slaperige stadjes zoals Chimbote, Trujillo, Casma, Paramanga, Caral met daartussen kilometers woestijn. Prachtig gekleurde rotsformaties wisselen af met tientallen meters hoge zandduinen, eolische afzettingen, vaak als barchanen gevormd. De PanAmericana slingert als een lint langs de kust, door de woestijn of langs steil uit de oceaan oprijzende berghellingen. En in de verte, in het oosten altijd de wazig blauwe massieven van de Cordillera.
In deze hete, kurkdroge kuststrook, in deze gloeiend hete woestenij, zijn op tientallen plaatsen de resten gevonden van tempelcomplexen, de oudsten uit 2500 v. Chr., met enorme afmetingen. Trap-piramides, bijna altijd van adobe, laag na laag opgebouwd, veertig, vijftig meter hoog, enkele honderden meters in het vierkant, ooit bewoond door vorsten, priesters en notabelen, nu verlaten, steken vaak als een heuvel boven de woestijn uit, verweerd, geërodeerd, de top weggewaaid door de constante westenwinden. Enkele slechts zijn uitgegraven, en dan nog voor een klein deel; het merendeel is een berg puin, met aan de voet, verwaaid in het zand van de woestijn, de vage rechthoekige omlijning van wat eens enorme steden met huizen, straten moeten zijn geweest voor de duizenden mensen, ambachtslieden, soldaten, die om ons onduidelijke redenen huis en haard verlieten en alles aan de woestijn overgaven.
Soms waren het bloeddorstige samenlevingen, zo denkt men, die overwonnen vijanden om zeep brachten, hun bloed dronken, die notabelen in graven ter aarde bestelden met hun gedienstigen voor de gelegenheid eveneens ter dood gebracht! Stel u voor, de Commissaris van de Koning, mocht die het loodje leggen, wordt begraven tezamen met zijn gehele gedeputeerde staten plus de tuinman.
Sommige liggen midden in of aan de rand van steden – Chan Chan, Huaca de Luna, El Brujo bij Trujillo, sechin bij Casma, Pachacamac, Huallamarca en Huaca Pucllama in Lima, Sipan bij Chiclayo, andere ruïnes liggen verlaten, ver in de woestijn: Caral, Chankyllo, Sechin Alto. Alleen de gerenommeerde taxi-chauffeur weet die te vinden. Daar ga je dan, eerst door de uitgestrekte oasen met wuivend riet, palmen en dan de woestijn in, langs een vaag pad tot je niet verder kan. En uitstapt en te voet verder gaat om de eeuwig aanwezige nieuwsgierigheid naar antieke wonderen te bevredigen.
Raadselachtig en mysterieus zijn deze complexen. Er zijn geen geschreven bronnen; versieringen op aardewerk en grafvondsten leveren de meeste kennis. Hoe deze samenlevingen functioneerden is dus vaag. Populair zijn verklaringen gebaseerd op religieuze en astronomische functies en een kleine, rijk met goud en zilver versierde elite, die de enorme massa hoi polloi, wonend buiten de tempel en paleis complexen, aan het werk zet om de ontelbare adobe stenen te kneden, drogen, sjouwen, stapelen, pleisteren en te versieren.
Technologisch is in al die millennia weinig veranderd: het land wordt grotendeels met de hand bewerkt, als transportmiddel slechts de lama, geen ijzer, koper, zilver en goud gebruikt als symbool van macht en verering, wapens zijn voornamelijk houten knotsen verzwaard met een steen en een klein schild. Nu werd er, totdat Inca zijn gigantisch rijk met enorme legers vestigde, blijkbaar weinig op grote schaal gevochten; kennelijk was er plek genoeg voor allen. Pas in de tijd van Chimu en Inca verschijnen hier en daar versterkte forten, eveneens van adobe; voor die tijd zijn het geheel open steden. Geen wonder dat, ook afgezien van de slachting aangericht door pokken en mazelen, de bestaande maatschappelijke orde militair gezien kansloos was toen de Europeanen binnen drongen.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley